zaterdag 11 september 2021

De Bus














Het verhaal van de bus

 
In 2021 namen we afscheid van onze Saviem SG5 scolaire, de buscamper die ons gezin bijna 25 jaar de mooiste vakanties had gegeven. 

Hier het verhaal van de bus.








In 1996 vierden we vakantie in Frankrijk. Van mijn zus hadden we een vouwwagen overgenomen, die tijdens de reis de bijnaam "De Vergiet" had gekregen. Het was dus zaaks een zonnige bestemming te kiezen. Dat werd Île d’Oléron aan de Atlantische kust. Op dat eiland kochten we bij een brocante een 60-jaren buffetkast. We sjorden hem vast op de vouwwagen en waren verzekerd van een geamuseerd publiek bij het opzetten van de tent en het installeren van de buffetkast. "Wij gaan altijd op vakantie met de buffetkast." Toen de zomer zich verankerd had op het vaste land waagden wij de oversteek naar de Limousin. Een gebied dat Alianne en ik samen in 1991 op reis met de "Eend" hadden ontdekt, maar dat qua weersgesteldheid meer weg bleek te hebben van Terschelling. Na twee stevige onweersbuien met hagel en orkaanwinden, knoopten we de laatste flarden van de vouwwagen bij elkaar en besloten huiswaarts te keren. Bij het dorpje Aumône, viel mijn blik op het woord "occasion", wat kans betekent. De buffetkast dreigde door onze achterruit te komen na een wat te snelle remming bij de benzinpomp. "Aaltje ga maar tanken. Als ik niet binnen 30 min terug ben hebben we een bus gekocht." Dat was de occasion. Een prachtig exemplaar in het juiste formaat. Maar wel een bus met 35 stoelen op personenvervoerskenteken. Toevallig was ik op dat moment ramplacant buschauffeur in het bezit van een personenvervoersrijbewijs (Scrabble!!) Prijskaartje 12.000 Franse francs. Omgerekend 1700 euro. Ik kan het nu niet geloven, maar destijds stond dat op de bank nà een vakantie. Ja, dat waren mooie tijden met Di Gojim. Ik zag uitpuilende oogkassen bij mijn lieftallige eega toen ik voor een proefrit voorbij stoof. We kochten de bus met een "embraillage impeccable". Ik had nog een heel andere voorstelling bij het woord”impeccable”. 







David en Ruben voor de net gekochte bus.




We begonnen de terugreis met Saviem bus, Citroën-BX en de Vergiet vouwwagen. Vlak boven Chateauroux kreeg Alianne pech met de BX. Koppeling kapot. Uiteindelijk lieten we de BX achter in Vendôme en schonken de "Passoire" aan de garagist met medeneming van alle stokken. We reden tot Gent waar we naast de roeibaan op de camping gingen staan.  Omdat alle stoelen er nog in zaten sliepen Ruben en David in het gangpad. Aal en ik sliepen buiten naast de bus onder een dichte heg. De volgende dag werden gewekt door de geur van eieren met spek. Onze Duitse buren waren al vroeg het nodige krachtvoer aan het bereiden. Even later wisten we waarom. Een slaperige ongewassen adolescent voegde zich bij zijn baardige landgenoot, die hem de vraag stelde, die de rest van ons bestaan en dat van de jongens zou gaan beheersen. 


"Èèèh Du Heinrich, hast du heut’ Nacht deine Piem noch irgendwo eingesteckt??”


Dat bleek niet het geval geweest te zijn.


We bereikten Nederland, ik verbouwde snel de bus tot camper en na verwisseling van de ruitenwissers en twee lampjes vond de RDW het wel best.







Toen mocht je nog overal gaan staan








15 Jaar lang werd dit ons rijdende vakantiehuis. Tijdens die reizen door voornamelijk Frankrijk, maar ook Spanje en  Oost-Europa, bleek de bus een eigen karakter te bezitten. Er was altijd wel een "dingetje". 1,5 Minuut gloeien, dan twee rondjes rond de bus lopen en 1 trap tegen het rechter achterwiel was het startritueel. Tot ik jaren later een gecorrodeerde bout op de dynamo ontdekte. Hellingen bezorgden ons klamme handen. De bus bleek daar allergisch voor te zijn en de koorts liep dan ook hoog op. Remmen? ja, op zijn eigen ritme en anders sloeg het ventiel vast en moest met gevaar voor eigen lijf en leden ventiel ontluchten en remmen losslaan. Bekrachtiging? "Help yourself!" Ik denk dat bus een vrouwelijk woord is.


Langzamerhand ontwikkelde ik een sixth sense voor malheur. Zonder dat ik het doorhad begon ik een beetje onopvallend opvallend een alarmdeuntje te neuriën. Een oorwurm van de CD van "Têtes Raides" een Franse popband. Op een gegeven moment hadden ook de passagiers dat in de gaten. Gelukkig kon ik meestal de pech zelf repareren. De pech die niet door mij verholpen kon worden vond plaats in Tsjechië en Hongarije, waar de garagisten het ambacht nog verstonden en met weinig kosten het beestje weer aan de praat brachten.










Op reis was Aal onze Tomtom en zo nu en dan onze  Motmot.





Onze medeweggebruikers waren niet altijd even blij met onze strikte snelheidsopvatting, noch met onze atmosferische pollutie. Collateral damage gecompenseerd door 40 jaar vegetarisme denk ik dan maar. Vooral haastige truckers raakten regelmatig oververhit als wij bij de beklimming van een "vals plat", de voortgang ernstig belemmerden. 







Ergens aan de Belgische kust











In de Camargue werden we van de weg geduwd en moest de Rhône afkoeling bieden. Daar repareerde ik zelf dan maar het vacuüm bekrachtigde remventiel en het volledig verstopte olie- en luchtfilter. De garage in Nederland had ons jarenlang opgelicht door rekeningen te schrijven voor niet verrichte werkzaamheden.   










Aan een rivier met pubers. Help!!





In 2011 zou de bus in een roadmovie van Odessa naar Amsterdam figureren. Ik was door de Joodse Omroep gevraagd een vierdelige documentaire over Jiddische muziek en cultuur te maken. Op mijn heenreis zou ik research doen in Polen, Roemenië en de Oekraïne. Helaas hadden we weer te maken met een garage die er snel vanaf wou zijn. Een rekening van 3500 eu voor motorrevisie, nieuwe banden etc. Helaas was er weer niet veel gesleuteld en in Wroclaw strandde het avontuur. Als vervangauto kregen we een hagelnieuwe Volvo. Veel te klein voor 3 mensen en een hond. We maakten onze research reis en ontmoetten zeer interessante mensen en plekken. Met een mooi scenerio kwam ik weer in Nederland. Toen ik mijn mail opende zag ik dat de producer mij tegen de zin van de omroep hartelijk bedankte voor mijn onderzoek en liever een andere presentator meenam. Zijn buurman bleek later en een totale nitwit waar het Jiddische cultuur betrof. Het resultaat was dat de Joodse Omroep uiteindelijk de documentaire afkeurde. Een schrale troost. In Polen werd de bus opgelapt voor haar laatste ritje naar een camping in Noord-Frankrijk.








 De laatste rit      








In de buurt van Maroilles hadden we een mooie plek gevonden. Een bijna verlaten camping met bloeiende weidebloemen, oude caravannetjes en ontelbare fruitbomen. Camping baas Léon L"Oiseau, een oude imker, moest eerst niets weten van een oude bus van Hollanders. Walen zouden nog net kunnen, Vlamingen liever niet en "Ollanders??” Toen het gesprek over zijn ene ervaring met een Ollander ging, bleek dat hij ooit een pain doux had gekregen. Suikerbrood? Ja, dus een noorderling, een Fries? Inderdaad een Frison. Léon bleek zelfs de Waddeneilanden te kennen. Toen ik zei ook Fries te zijn en elke keer suikerbrood zou meenemen, kregen wij een lik uit de honingpot en een plekje op de camping.



















Prunelle, het circuspaard





De eerste jaren was de camping op 3 uur rijden vanaf Gouda een unieke oase van rust. Het lag in een zacht glooiend heggengebied met stroompjes zoals de Sambre, kanalen en kleine weggetjes. Het forêt de Mormal was op loopafstand en bleek een grote populatie wild te herbergen. Zwijnen en grote herten kruisten vaak ons pad. Voor onze Donna, de zwarte labrador waren de wandelingen een feest van geuren en.... geuren. In het bos vonden we drie auberges, die altijd een bevredigend slot aan een wandeling konden draaien. Zeker als er een "Lupulus", een heerlijk Belgisch bier, geschonken werd. Op de camping stak Prunelle, een zeer intelligent circuspaardje, "smorgens vaak haar hoofd al door onze busdeur. Wanneer ik klarinet speelde was ze niet weg te slaan. De meeste caravans stonden tussen de velden madelieven, alsof ze in de jaren 70 met grote haast waren verlaten. Wij kregen visioenen van een "Vintage"camping. Helaas bleef het daar bij. Zoals alles van waarde bleek onze réfuge éphémere, onze pop-up schuilplaats, weerloos tegen verval. Prunelle stierf door verwaarlozing aan een koliek, Donna viel van de trap en werd in Mormal begraven, Léon reed zich op 84-jarige leeftijd dood, zoon Jean-Claude maaide alles plat en kapte de bomen en wij verhuisden naar Frankrijk. Toen de doorgedraaide campingbaas dreigde de bus in de brand te steken was het voor ons afgelopen. We vonden enkele gegadigden voor de bus en verkochten hem met een voordelig saldo maar met veel pijn in het hart. We besloten Maroilles te gaan missen.
De bus kreeg zijn plekje op onze dubbelelpee “Héritage”